Captions

HTRIC Logo

Laden...

Prof. dr. Max Witjes

Hoofd-halschirurgisch oncoloog, Universitair Medisch Centrum Groningen

Replacement and Improvement in the Human Body

Samenwerking is de sleutel om ‘het volgende niveau’ te ontsluiten

Normaal gesproken weet Max Witjes precies welke van zijn Groningse collega’s hij bij elkaar moet krijgen om tot de juiste oplossing voor een idee te komen. Maar er was één vraag van een collega die nogal een raadsel bleek: hoe registreer je kauwbewegingen bij iemand met overgewicht? Na wat zoeken vond hij ergens in Duitsland een geweldig onderzoekslaboratorium dat allerlei toepassingen had om precies dit te meten en vast te leggen. Maar er moet zeker een gemakkelijkere manier zijn om dit te doen. Dat was er inderdaad, vlak om de hoek in Groningen. Er bleek hier ook iemand te zijn die dat onderzoek prima kon doen. “Die persoon is misschien niet zo ver vooruit als de man in Duitsland, maar het is wel een stuk dichter bij huis, dus we kunnen meteen aan de slag. Dit voorbeeld laat zien dat wederzijds bewustzijn hard nodig is.”

“Als artsen niet samenwerken met basiswetenschappers, zal er niets veranderen.”

Het vergt coördinatie binnen het ziekenhuis en de universiteit. Iemand als Max is binnen de organisatie al goed herkenbaar, omdat alle paden die naar het 3D-lab leiden op hem aansluiten. Het is niet meer dan logisch dat hij op deze manier doorgaat met HTRIC. Samenwerken en van elkaar leren zijn de enige manieren om de gezondheidszorg te veranderen, denkt hij. Het wordt mogelijk om operaties nauwkeuriger en voorspelbaarder te plannen, zonder afhankelijk te zijn van chirurgen. Zijn visie is duidelijk: als artsen niet samenwerken met basiswetenschappers, verandert er niets. Binnen een klinische setting word je altijd tegengehouden door de beperkingen van de beschikbare kennis en expertise. 

Hij geeft een voorbeeld uit zijn eigen praktijk, namelijk het vervangen van de standaardplaten die gebruikt worden ter ondersteuning van een botbreuk door patiëntspecifieke maatwerkplaten. “Als je over zoiets nadenkt, moet je er een krachtberekening in verwerken. Hoe sterk moet een nieuw ontwerp zijn? Kan het gemaakt worden van synthetische stoffen? Waar moet zo’n plaat kunnen buigen en waar moet hij stijf zijn? Het zou heel interessant zijn om te onderzoeken of je wel of niet een kauwspier aan het kaakbot kunt hechten. Die analyse is nog nooit eerder in detail uitgevoerd.” 

Nu we al deze nieuwe technologie in huis hebben, zijn er zoveel mogelijkheden voor nieuw onderzoek. Maar om die volgende stap te zetten heeft Max basiswetenschappers nodig die talent hebben om zowel klinisch als praktisch te denken. “Zoals wetenschappers met expertise op het gebied van biomechanische krachten of materialen. Zo kun je elementen van elkaars bevindingen en toepassingen uit eerdere onderzoeken gebruiken voor een ander, nieuw onderzoek. Marleen heeft bijvoorbeeld lijmen kunnen ontwikkelen voor zacht weefsel, de huid. Zou ze hetzelfde voor botten hebben kunnen doen? Dat zijn simpele ideeën met een klinische relevantie.” 

“Zorg ervoor dat de kennis in huis niet blijft hangen in de experimentele fase.”

Volgens Max is samenwerken de belangrijkste bouwsteen van HTRIC. De tweede is het delen van praktische kennis. Zorg ervoor dat de kennis die je in huis hebt niet blijft hangen in de experimentele fase. “Ik weet zeker dat basiswetenschappers de afgelopen jaren producten hebben ontwikkeld of getest waarvan ze niet wisten hoe ze deze naar de volgende fase moesten brengen en daadwerkelijk bij de patiënt konden krijgen. Het was een leuk idee, maar hoe zorg je ervoor dat het ook daadwerkelijk veilig is voor het menselijk lichaam? Je hebt specifieke kennis nodig over vroege klinische onderzoeken.”

HTRIC zou dit kenniscentrum moeten zijn om wetenschappers te helpen aan dat kwaliteitsniveau te voldoen, zegt Max. Wat gebruikelijk is bij de ontwikkeling van medicijnen, is nog niet gebruikelijk bij de ontwikkeling van medische hulpmiddelen. Om echt toe te werken naar een product dat artsen veilig kunnen gebruiken, heb je een laboratoriumruimte nodig. Mede door de strenge regelgeving zijn daar nu weinig tot geen mogelijkheden voor. Als doctor in een academische omgeving word je beoordeeld op de hoeveelheid publicaties of PhD-studenten die je hebt, of je geld hebt kunnen binnenhalen en of je internationaal actief bent. Maar ook het schrijven van een technisch productdossier behoort tot die mix als je bezig bent met productontwikkeling. Het is misschien niet wetenschappelijk interessant en het kost veel tijd, maar je moet dit soort trajecten wel in je achterhoofd houden.

Max denkt dat het aantrekken van nieuw talent een andere waarde is die HTRIC biedt. Zichtbaar zijn, studenten van de RUG, de technische universiteiten van Twente en Delft verleiden en directe commerciële partners betrekken. Als je wilt dat mensen mee gaan in het proces, moet je inspireren, zegt hij. “Elke keer dat ik met mensen van de Faculty of Science and Engineering praat, krijg ik een nieuwe energieboost. Er is zoveel talent daar. Ook nu voel ik dat de nieuwe generatie staat te popelen om aan de slag te gaan. Als je samen aan een probleem werkt, zal iedereen gemotiveerd zijn om de klus te klaren.”

“Elk nummer zou over vijf jaar een voorbeeld moeten hebben binnen HTRIC. Eén die zegt: dit is waar we voor gaan. Ik hoop dat HTRIC een icoon wordt. Dat wetenschappers naar Groningen komen omdat ze weten dat ze een weg voorwaarts hebben voor hun goede ideeën, zodat ze van belang kunnen zijn voor onze samenleving en de gezondheidszorg.”

Contact

Prof.dr. Max Witjes is hoofd-halschirurgisch oncoloog bij het UMCG. Zijn aandachtsgebieden zijn kaakchirurgie, kaakchirurgie en oncologie. Hij is lid van de behandelteams maxillofaciale kanker, melanoom en schedelbasistumoren, lid van de werkgroep Immunotherapie Bijwerkingen en coördinator van het UMCG 3D lab.