Laden...
Laden...
“HTRIC zal een magneet zijn voor studenten.” Daar is Jelmer Sjollema van overtuigd. Het cluster zou voor hen een prachtige projectomgeving kunnen worden. Dat zal zeker het geval zijn als er in de toekomst een fysiek laboratorium aan HTRIC wordt gekoppeld: een plek waar nieuwe medische apparaten kunnen worden ontwikkeld en nieuwe technieken kunnen worden gevalideerd voor gebruik in de klinische praktijk.
“HTRIC zal een magneet zijn voor studenten.”
Het verhaal met Jelmer Sjollema en HTRIC begon al lang voordat hij überhaupt van HTRIC had gehoord. Samen met mensen als Max Witjes en Hedi Koning werkte hij een paar jaar geleden aan een opdracht van decaan Marianne Joels. Het doel was om de technische wetenschappen van de RUG en het bedrijfsleven meer te betrekken bij het onderzoek en de klinische praktijk in het UMCG. De regelgeving is zo streng dat veel innovaties in de steek worden gelaten voordat ze überhaupt in de klinische praktijk zijn getest, tenzij een bedrijf het lef heeft om een innovatie naar een hoger niveau te willen tillen. Een nieuw op te richten Innotech Center moet daarin een rol gaan spelen, was een paar jaar geleden het idee. “Wat dat betreft bleef Groningen wat achter bij de universiteiten van Maastricht en Twente”, zegt Jelmer Sjollema. “Dat kwam niet alleen door de financiële obstakels. In Groningen hadden we misschien last van een tunnelvisie, omdat we dachten dat omdat de universiteit en het UMCG fysiek zo dicht bij elkaar liggen, de samenwerking tussen de twee organisch zou groeien. Maar die samenwerking is in de praktijk nooit echt van de grond gekomen. We kunnen het beter doen.” De COVID-19 pandemie en de ongelooflijke stress die dat op managementniveau veroorzaakte, heeft ertoe geleid dat dit Innotech Center nog steeds niet is gerealiseerd. Toen mededirecteur onderwijs Erik van der Giessen Jelmer Sjollema vroeg om bij HTRIC te komen werken, kwam zijn verzoek dus precies op het juiste moment. Jelmer Sjollema: “Wij zaten te wachten op zoiets als HTRIC. De mogelijkheid geboden worden om nieuwe door onderzoekers bedachte technologieën te delen met het UMCG of de klinische zorg is iets dat een continuüm zal creëren tussen de jonge ideeën aan de technologiekant en patiënten aan de andere kant. Dat zou geweldig zijn.”
“Wees disruptief.”
Jelmer Sjollema hoopt dat de studenten Biomedische Technologie, maar ook van andere biomedische studies zoals Biomedische Wetenschappen, aansluiting vinden binnen HTRIC en net iets praktischer leren denken. Zij zullen worden geconfronteerd met concrete problemen uit de klinische praktijk die om een oplossing smeken, maar ook met de complexe regels en voorschriften die men tegenkomt bij het realiseren van die ideeën. Daarmee is de fundamentele vraag anders dan klassiek, hypothesegedreven onderzoek: wat wat u wilt bereiken en hoe gaat u wetenschappelijke eisen toepassen om tot een oplossing te komen? Dat is de manier waarop Sjollema hoopt dat de leerlingen leren nadenken.
Deze manier van denken past binnen de transformatie van de onderwijsvisie van de opleiding Biomedische Technologie. “Voor studenten zal het hele ecosysteem van HTRIC, het conglomeraat met het bedrijfsleven, geweldig zijn.” Voor jonge onderzoekers zijn symposia nuttig om in contact te komen met het bedrijfsleven, maar nog leuker is dat studenten zelf workshops organiseren, vindt Sjollema. Een arts stelt een vraag en studenten gaan op zoek naar wetenschappers die licht kunnen werpen op reeds bestaand onderzoek. Zo gaan ze de klinische praktijk matchen met de wetenschap, het onderwijs en het bedrijfsleven. Of dit allemaal gaat lopen zoals gepland, hangt geheel af van hoe HTRIC eruit zal zien, zegt Jelmer Sjollema. “Voor mij is het nog steeds een beetje vaag, maar ik hoop wel dat er ook een fysieke omgeving komt, met ruimtes die dit soort dingen mogelijk maken. Dat betekent een cleanroom en laboratoria om medische technieken te realiseren die in de proef staan of in de klinische praktijk gebruikt kunnen worden. Deze labs kunnen ook een broedplaats zijn voor start-ups. Ze moeten omgeven zijn door een omgeving waar mensen samen kunnen komen voor symposia en workshops.
Het moet in ieder geval niet zomaar een nieuw instituut worden, niet zomaar een nieuwe afdeling met een nieuwe leerstoel, een nieuwe hoogleraar en goed uitgewerkte proefschriften. Het moet een aanvulling zijn op wat er al is. Wees disruptief . Er moeten zo weinig mogelijk barrières zijn, waardoor het bedrijfsleven wordt aangemoedigd om vaak op bezoek te komen. Laat zien waar je mee bezig bent.”
En als het over dromen voor de toekomst gaat, heeft Jelmer Sjollema nog een suggestie, zij het half gekscherend: “Een uitstekend restaurant! En goede koffie, laten we daarmee beginnen.”
Dr. Jelmer Sjollema is universitair docent Medische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn vakgebied omvat, maar is niet beperkt tot, biofysica en optische beeldvorming, met een specialisatie in de interactie tussen bacteriën, weefsels en biomaterialen. Zijn andere functies: