Captions

HTRIC Logo

Laden...

Prof. dr. Hélder Santos

Hoof Biomedical Engineering UMCG

Research

De “I” in HTRIC maakt een verschil

Volgens Hélder Santos hoeven ‘wij’ in Groningen niet bescheiden te zijn. Hij vermeldt dat het presenteren van onderzoek essentieel is. Dat moeten we niet alleen op een website doen, maar we moeten mensen naar Groningen halen om te laten zien wat we hier kunnen.

“Het is niet altijd nodig om alles uit handen te geven aan een bedrijf om impact te maken.”

Hélder legt uit dat je, om het bedrijfsleven bij de klinische praktijk en de universiteit te brengen, een zorgvuldige balans moet vinden. Je moet niet alleen de juiste nichemarkten vinden, maar er ook voor oppassen dat je je ideeën niet te vroeg in het proces uit enthousiasme deelt, omdat ze misschien nog niet rijp zijn voor verdere productie.

Marktanalyse: een andere term waar wetenschappers zich ongemakkelijk bij voelen. Hélder geeft echter toe dat het toch belangrijk is. Wanneer en hoe kan onze technologie een verschil maken? Voor wie? Waarom is dit uniek en wat onderscheidt het van de concurrentie? De waarheid is dat bedrijven gemakkelijker aan boord kunnen komen of geïnteresseerd kunnen raken zodra je ze bijvoorbeeld een prototype van een medisch apparaat of een sensor kunt laten zien. Vaccins zijn echter complexer. Het liefst ontvangt een bedrijf ook resultaten van in vivo testen. Daarom moeten we ervoor zorgen dat we altijd specifieke gegevens beschikbaar hebben over bijvoorbeeld immunologische reacties en toxiciteit.

Om impact te maken is het niet altijd nodig om alles uit handen te geven aan een bedrijf. Voor een start-up heb je echter een andere mindset nodig: denk als een ondernemer. Voor de meeste wetenschappers is dat niet zo eenvoudig. Dat heeft Hélder ervaren toen hij zijn eigen start-up mede oprichtte. Wetenschappers en clinici zijn zich er terdege van bewust dat hun onderzoek waardevol is, maar Hélder benadrukt dat het onderzoek vooral waardevol is als het toegepast kan worden. Dit komt veel vaker voor in de Verenigde Staten en het opkomende China, waar wetenschappers zich bijvoorbeeld meer zorgen maken over patentering. In Europa moet er nog een grote hindernis worden overwonnen, zoals hij tijdens zijn ervaringen uit het verleden heeft ontdekt. HTRIC zou wetenschappers ook kunnen ondersteunen bij het aangaan van partnerschappen met bedrijven voor productontwikkeling.

Het is minder ingewikkeld om wetenschap en bedrijfsleven op elkaar af te stemmen als een bedrijf met een specifiek probleem komt voor de oplossing die het zoekt. Maar dan moeten we voorkomen dat HTRIC alleen maar namens bedrijven werkt. Het is noodzakelijk en complex om een ​​evenwichtig partnerschap te ontwikkelen. Hélder geeft aan dat ze daarvoor specifieke mensen binnen HTRIC nodig heeft, bijvoorbeeld ondersteuning bij het schrijven van patenten, een contactpersoon voor de bedrijven, specialisten op het gebied van intellectueel eigendom. Maar ook mensen die weten hoe ze een start-up of spin-out moeten opzetten EN daar financiering voor kunnen vinden. Wetenschappers zijn goed in het schrijven van papers en subsidies, maar waarschijnlijk minder enthousiast in het schrijven van patenten. Bovendien hebben wetenschappers daar niet genoeg tijd voor.

“Betrek je bachelorstudenten, de studenten, want je leert het meeste als je jong bent.”

“Een nieuwe generatie jonge onderzoekers staat ervoor open, maar is nog niet opgeleid. Daarom moeten we ze ook lesgeven.” Hélder legt uit dat dit ook is waar HTRIC een belangrijke rol speelt. Het betrekken van studenten, studenten en postdoctorale studenten, en ook postdocs, zegt hij, omdat je het meeste leert als je jong bent. Het zou mooi zijn als we binnen HTRIC ook studenten biomedische technologie kennis kunnen laten maken met de processen van de ontwikkeling van een product, door cursussen te introduceren over innovatie, patenten of door hen te onderwijzen over intellectueel eigendom, en hen meer te betrekken bij bedrijven, bijvoorbeeld voorbeeld. Dat zijn vaardigheden die ze in de toekomst nodig zullen hebben.

Volgens Hélder zal HTRIC de komende jaren flink groeien en heeft het alle potentie om een ​​groot succesverhaal te worden. Hij is voorstander van het aanvragen van een Grand Challenge voor moeilijk te financieren onderzoek; een subsidie ​​om een ​​proof-of-concept te ontwikkelen voor projecten met een hoog risico en een hoge winst. HTRIC zou ook een plek voor loopbaanontwikkeling kunnen worden door in samenwerking met de faculteiten tenure tracks te ontwikkelen ter ondersteuning van universitair docenten en universitair hoofddocenten richting volwaardig hoogleraarschap.

Dat is zijn toekomstdroom voor HTRIC. Om een ​​vliegende start te maken met HTRIC wil Hélder verschillende prototypes maken, klaar om binnen afzienbare tijd opgeschaald te worden voor toepassingen in de gezondheidszorg. Dit is om te laten zien wat HTRIC kan doen. “Onze groepen en andere collega’s van het UMCG/RUG hebben al fantastisch klinisch vertaalbaar werk in uitvoering. Het zou geweldig zijn om dit onder de HTRIC-paraplu te brengen.”

“De “I” in HTRIC staat voor Innovatie. Dit betekent dat we altijd moeten nadenken over een praktische toepassing van ons onderzoek. De ‘ik’ herinnert me eraan dat HTRIC meer moet zijn dan een cluster van ideeën. HTRIC moet meer zijn dan een instelling die ergens in de cloud zweeft of een plan op papier dat er aantrekkelijk uitziet. Ik ben er sterk van overtuigd dat dit het perfecte ecosysteem/hub voor overdraagbare technologie zal zijn door alle partijen samen te brengen om aan medische problemen te werken.”

Contact

Prof. dr.Hélder Santos is hoofd Biomedische Technologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen/Rijksuniversiteit Groningen. Hij is betrokken bij de ontwikkeling van biomaterialen, nanodeeltjes en nanomedicijnen voor biomedische toepassingen.