Laden...
Laden...
“Ik heb waarschijnlijk een oplossing”, zegt Ajay Kottapalli, universitair hoofddocent bij het Engineering and Technology Institute Groningen (ENTEG), Rijksuniversiteit Groningen. “Ik loop echter nooit in ziekenhuizen rond, dus ik weet niet waar ik precies een oplossing voor heb. Daarvoor heb ik artsen nodig van het UMCG.” Hij heeft het over sensoren, zowel implanteerbaar als draagbaar. Bijvoorbeeld het meten van apparatuur die de patiënt draagt om in te schatten of hij of zij voldoende hersteld is om weer zelfstandig te kunnen lopen. Of kleine sensoren in intraveneuze slangen of urineopvangzakken die aan de ziekenhuisbedden hangen. Hij legt het uit: “Mijn onderzoek heeft geen nut als ik het nergens in een ziekenhuis kan toepassen of betekenis kan geven aan de samenleving.”
“Pas als de samenleving aangeeft dat de oplossing gunstig is, zullen de ziekenhuizen deze toepassen.”
Hoewel de C in HTRIC staat voor Cluster, heeft Ajay een gemeenschap voor ogen die bestaat uit professoren, artsen, ingenieurs, onderzoekers en, in de toekomst, ondernemers. Voor hem is HTRIC een plek waar verbindingen tussen deze mensen worden gelegd. “Je weet wat het probleem is, want artsen leggen het uit, de ingenieurs bedenken een oplossing en de ondernemers informeren of de oplossing kan worden geïmplementeerd. En pas als de samenleving aangeeft dat de oplossing gunstig is, zullen de ziekenhuizen deze toepassen. Dit netwerk is uniek en het wordt op het juiste moment gemaakt.”
Volgens Ajay zijn er wel wat zaken nodig om HTRIC te laten excelleren. Maak dingen bijvoorbeeld tastbaar, zodat mensen ze kunnen zien en aanraken. In een klein lab zou je prototypes kunnen maken, demonstratiemateriaal waarmee anderen nieuwe toepassingen kunnen bedenken. Op deze manier kunt u aan onderzoekers en bedrijven laten zien wat de uitkomst van HTRIC is. “In mijn geval zou ik een druksensor in de schoen ontwerpen die de gegevens van iemands looppatroon kan verwerken, die ze op hun telefoon kunnen lezen.” Ajay verwacht dat onderzoekers voor sommige van deze faciliteiten waarschijnlijk wel willen betalen, zoals 3D-printen (omdat veel wetenschappers daar gebruik van maken) of een cleanroom.
‘We zijn hier iets te bescheiden. Maar soms moet je de wereld vertellen wat je doet. Al is het maar om te inspireren. Ik heb mijn postdoc gedaan bij MIT. Daar hebben ze een museum waar niet alleen wetenschappers, maar ook ‘gewone bezoekers’ ” en bedrijven komen van alles testen. Ze worden allemaal gretig bij een bezoek. Het museum organiseert ook prijsvragen, waarbij een aantal groepen iets moeten ontwerpen. Dit zijn bijzondere ontwerpen. Het ontwerp van de winnaar wordt vervolgens in het museum tentoongesteld. Het zou geweldig zijn om hier zo’n museum of een plek voor demonstraties te hebben.”
“Denk eens aan alle zaken die impact hebben, maar nauwelijks bestaan binnen de universiteit.”
HTRIC begint met nieuwsgierigheid, het bedenken van oplossingen en vervolgens impact maken. Voor Ajay betekent dit nadrukkelijk dat de resultaten uit onderzoek de samenleving dienen, ook als het resulteert in een commercieel product. Ajay legt uit dat ‘HTRIC verder moet kijken dan de onderzoeksfase, wat betekent dat wetenschappers getraind moeten worden in hoe je een impactvolle start-up kunt opzetten. Dat betekent nadenken over financiering, opschaling en de bereidheid van verzekeraars om daarvoor te betalen. Al deze zaken die impact creëren, bestaan nauwelijks binnen de universiteit.”
Volgens hem zijn dit zaken waar mensen enigszins angstig van kunnen worden. Beter nog: hij zit midden in dit proces vanwege de start-up die hij onlangs heeft opgericht. Met zijn start-up hoopt hij sensoren op de markt te brengen die gegevens verzamelen op basis van vloeistoffen die via een intraveneuze buis het lichaam van een patiënt binnenkomen en als urine weer naar buiten komen. Momenteel gebruiken verpleegkundigen enorm veel kostbare tijd om deze gegevens bij elk afzonderlijk patiëntenbed te controleren.
Het blijft spannend om te zien hoe we dit op grote schaal kunnen produceren, zegt Ajay. Er is nog een lange weg te gaan voordat deze specifieke sensoren aan de ziekenhuisbedden kunnen worden gevonden, en het proces omvat prototypes, dierproeven, ten slotte een klinische proef en meer. Ajay is enthousiast over het opzetten van zo’n start-up en hoopt dat anderen hier via HTRIC ook de voortgang in zullen zien. “Ik ben enthousiast over HTRIC vanwege de hersenen die samenkomen. Dat er een platform is waar mensen gemakkelijk verbinding mee kunnen maken. Het zal een speciaal cluster zijn dat zich sterk maakt voor klinische zorg en biomedisch onderzoek.”
Prof.dr. Ajay Kottapalli is universitair hoofddocent bij het Engineering and Technology Institute Groningen (ENTEG) van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn specialisaties zijn onder meer: